1.2 Visie op de sector
De toenemende vraag en een schaarste aan personeel zetten de ondersteuning en de zorg aan mensen met psychische klachten onder hoge druk. De instroom, doorstroom en uitstroom in de specialistische GGZ lopen niet soepel. Zo zijn lange wachttijden voor de GGZ ontstaan. De gezamenlijke opgave is om de ondersteuning en de zorg voor mensen met psychische klachten beter te organiseren (dichtbij, digitaal waar het kan, via zelfhulpmodules tenzij, zo vroeg mogelijk en in samenhang), zodat de in-, door- en uitstroom van de GGZ verbeteren. Daarnaast is een discussie nodig over wat wel en niet onder de geneeskundige GGZ valt. Alleen op die manier kunnen we de zorg voor de meest kwetsbare mensen garanderen.
De GGZ-expertise naar de voorkant brengen
Om de ondersteuning en zorg voor mensen met psychische klachten beter te organiseren, moeten het sociaal domein, de huisartsenzorg en de GGZ beter met elkaar samenwerken. Zij hebben een gedeelde verantwoordelijkheid voor tijdige en passende ondersteuning en zorg, nog voordat iemand naar de GGZ wordt verwezen. Deze transformatie betekent specifiek voor de regionale GGZ-aanbieders dat ze hun expertise naar de voorkant moeten brengen. Nog te vaak zien we nu dat de GGZ direct een hulpvraag medicaliseert en psychische klachten behandelt, terwijl een hulpvraag die voortkomt uit problemen op andere levensgebieden (deels) ook buiten de GGZ kan worden opgepakt. Dit moet écht anders, want professionele ondersteuning of zorg is niet altijd het meest passende antwoord op een hulpvraag. Verkennende gesprekken, domeinoverstijgende casusoverleggen, een transfermechanisme en inzicht in de wachttijden ondersteunen de beweging naar die gedeelde verantwoordelijkheid van de huisartsenzorg, de GGZ en het sociaal domein. CZ groep vindt het belangrijk dat de GGZ-aanbieders (pro)actief een bijdrage leveren aan deze beweging. De samenwerking tussen de drie domeinen gaan we vooral in de regio (helpen) vormgeven. U leest meer over de transformatie en regionale samenwerking in paragraaf 2.3.
Het GGZ-landschap terug in balans brengen
CZ groep ziet dat de GGZ voor de meest kwetsbare mensen de afgelopen jaren in de verdrukking is gekomen en dat de zorg verder is verzuild. Steeds meer aanbieders hanteren exclusiecriteria. Deze ontwikkeling en een toenemend beroep op de schaarse capaciteit gaan ten koste van de meest kwetsbare doelgroepen.
Aanbieders van mono- en multidisciplinaire zorg kunnen de meeste zorgvragen oppakken. Dit zijn zorgvragen met een hulpvraaggerichte behandelfocus. Het beloop van de aandoening en van de behandeling(en) heeft een zekere voorspelbaarheid en stabiliteit. De aanbieders kunnen eventuele fluctuaties en excessen met de juiste interventies behandelen. Die behandeling moet toegevoegde waarde hebben voor de cliënt. Die moet daarom vooraf redelijkerwijs weten welk resultaat hij kan verwachten en welke tijdsduur daaraan is gekoppeld. Een zorgvuldig opgesteld behandelplan, met een evaluatie van de concrete behandeldoelen en het verloop, is daarbij de basis. Daarom zien we ook dat zorgaanbieders die vooral dit type zorg aanbieden, (strikte) exclusiecriteria hanteren bij de toegang.
Het hanteren van zulke exclusiecriteria brengt het GGZ-landschap echter uit balans. Een relatief kleine groep cliënten heeft te maken met een (zeer) complexe zorgvraag, waarbij de problemen vaak aanhouden. Hun aandoening is minder voorspelbaar. Daardoor is voor hen altijd een multidisciplinaire aanpak nodig, met de cruciale functies op de achtergrond én de voorgrond, waar nodig over meerdere domeinen heen (zoals HIC, FACT, IHT, outreachende crisiszorg en verplichte GGZ). Door het grillige verloop van de aandoening moeten aanbieders het behandelplan regelmatig bijstellen, ook buiten de geplande evaluaties om. Deze cruciale zorg moet op (boven)regionaal niveau goed en vrijwel direct toegankelijk zijn. Doordat veel aanbieders exclusiecriteria hanteren, wordt het echter steeds moeilijker om passende zorg te bieden aan deze complexe doelgroep, die een specifiek cruciaal aanbod nodig heeft. CZ groep richt zich daarom op het toegankelijk houden van de GGZ. Dat doen we vooral door het tarief bij te stellen op basis van de (hoeveelheid) exclusiecriteria en door digitale zorg te stimuleren.
De uitstroom uit de GGZ bevorderen
Door een gebrek aan sociale voorzieningen is onvoldoende uitstroom mogelijk vanuit de GGZ naar de wijk. Hierdoor blijven cliënten soms onnodig opgenomen en ontstaat ‘verstopping’ binnen de GGZ, waardoor de wachtlijsten toenemen. Voor een goede uitstroom is ook de sociale basis van belang. Als deze onvoldoende is, is de kans op terugval groot. Voor een betere uitstroom van GGZ-cliënten naar de thuissituatie is een goede samenwerking tussen de GGZ en gemeenten essentieel. Ook dit is onderdeel van de regionale samenwerking en de bijbehorende regioplannen (zie paragraaf 2.3).
Uitstroom uit de geneeskundige GGZ kan eveneens betekenen dat een cliënt betere zorg krijgt met een Wlz-indicatie en een bijpassende plek. Deze cliënten zijn blijvend aangewezen op continue zorg nabij of op permanent toezicht vanwege de complexiteit van hun aandoening en/of multimorbiditeit. Daardoor moeten alle betrokken zorgaanbieders hun handelen intensief en integraal op elkaar afstemmen. CZ groep vindt integrale zorg (en de bijbehorende bekostiging) belangrijk en ziet dit als een uitgangspunt.