2.2.2 Kosten van zorg

Tarieven

Vanaf 2026 stelt de NZa tarieven vast aan de hand van een nieuw kostprijsonderzoek. Dit leidt mogelijk tot effecten die we bij het schrijven van dit document niet hebben voorzien. Daarom publiceren wij waar nodig aanvullend zorginkoopbeleid. Dit doen wij uiterlijk vier weken na de publicatie van het kostprijsonderzoek, inclusief de bijbehorende NZa tarieven 2026.

CZ groep koppelt de tariefpercentages 2026 aan de in- en exclusiecriteria. Dit houdt het volgende in:

  • We maken categorieën voor de mate waarin een zorgaanbieder exclusiecriteria hanteert[1]. Daarbij maken we onderscheid tussen typen criteria en beroepsgroepen.

  • CZ groep hanteert een op- of afslag voor bepaalde proceskenmerken van de organisatie (zoals het dragen van het KiBG-keurmerk, kwaliteitsvisitaties of het leveren van digitale zorg).

  • Om inzicht te krijgen in de gehanteerde in- en exclusiecriteria en proceskenmerken, doen we een uitvraag via VECOZO bij alle zorgaanbieders die een overeenkomst met CZ groep hebben of willen aangaan (zie hoofdstuk 3).

CZ groep wil exclusiecriteria niet onmogelijk maken, maar het tarief voor de geboden zorg moet dan passend zijn. Wil een zorgaanbieder minder exclusiecriteria gaan hanteren gedurende het jaar (en daarmee een complexere doelgroep gaan behandelen), dan kan hij/zij hierover contact opnemen met CZ groep. Wij stellen als voorwaarde dat er regionale inbedding plaatsvindt. De zorgaanbieder maakt dus afspraken met partners in de keten (zoals transfermechanismen, Mentale Gezondheidsnetwerken of een regionale taskforce wachttijden) en/of met de diensten die zijn betrokken bij de crisisketen (crisisdienst, IHT, HIC). Hiermee voorkomen we horizontale verwijzingen en terugverwijzingen naar de huisarts. Daarnaast zorgt de zorgaanbieder voor de juiste expertise om deze doelgroep te behandelen. Zonder overleg met CZ groep is een casemixwijziging niet toegestaan.

Aanvullend beleid voor consulten, toeslagen en overige prestaties

  • Maximaal 10 procent van de totale casemix van een vrijgevestigde praktijk mag bestaan uit trajecten met uitsluitend diagnostiek.

  • De vrijgevestigde praktijk kan de toeslag voor Spravato niet registreren en declareren.

  • 1CZ groep gebruikt de zorgvraagtypering niet voor de contractering voor 2026. Wij vinden dat de uitvraag van de in- en exclusiecriteria voldoende handvatten biedt om de contractering vorm te geven rondom de ernst van de zorgvraag en de problematiek. Wij verwachten ook dat zorgaanbieders de in- en exclusiecriteria naar waarheid invullen. Mocht daar twijfel over bestaan, dan kan de zorgvraagtypering alsnog worden gebruikt om de in- en exclusiecriteria te verifiëren.

Deel deze pagina: