1.2 Visie op de sector

Geboortezorg moet op inhoud steeds meer een continu proces worden, waarbij de schotten tussen de domeinen en zorgaandachtsgebieden zo veel mogelijk opgeheven worden en in ieder geval niet meer merkbaar zijn voor de (toekomstige) zwangere en haar gezin. Op termijn zou er sprake moeten zijn van een integrale visie op geboortezorg, waarin verloskundige zorg en kraamzorg niet meer los van elkaar beschouwd worden. Op dit moment zien we nog aanzienlijke verschillen en dus ook verschillende uitdagingen binnen deze sectoren.

Voorkomen van zwaardere zorg en verantwoord verschuiven van verloskundige zorg

De toenemende samenwerking binnen een VSV leidt tot meer inzicht in elkaars kwaliteiten. Wij denken dat hierdoor meer aandacht ontstaat voor specialisaties en regionaal maatwerk. Zorgverleners die bepaalde handelingen veelvuldig uitvoeren, zijn over het algemeen meer bedreven. In Nederland start bijna 90% van de zwangerschappen onder begeleiding van de verloskundige, terwijl slechts 30% van de bevallingen onder de verantwoordelijkheid van eerstelijns verloskundigen wordt voltooid. Dit percentage daalt de laatste jaren verder. Wij vinden – in tegenstelling tot deze trend – dat het percentage bevallingen dat voltooid wordt door de verloskundige juist moet stijgen. De verloskundigen die zelfstandig bevallingen begeleiden in de thuissituatie of in een poliklinische setting, moeten daarin veel ervaring hebben en houden door dit veel te blijven doen. CZ groep wil samen met relevante partijen onderzoeken of er een causale relatie bestaat tussen de kwantiteit en kwaliteit van het zelfstandig voltooien van bevallingen in de eerstelijns verloskunde. Daarnaast zijn er regionale tekorten aan gespecialiseerde verpleegkundigen. Wat ons betreft vereist dit het grootschalig toepassen van bewezen innovaties die zorg voorkomen, verplaatsen of vervangen. Er zijn verschillende regionale initiatieven waardoor zwangeren met lichte medische indicaties langer door hun vaste verloskundige gezien kunnen worden, eventueel zelfs buiten het ziekenhuis. Deze initiatieven, die plaatsvinden in regio’s waarin verloskundigen en gynaecologen nauw samenwerken, moeten leiden tot best practices die vervolgens landelijk verspreid kunnen worden. Er is behoefte aan overzicht en duidelijkheid over deze initiatieven en de bekostiging daarvan. Het College Perinatale Zorg (CPZ) heeft dit ook opgemerkt en speelt hierop in door een toolkit te ontwikkelen. CZ groep volgt deze ontwikkelingen op de voet en voert zelf ook gesprekken over initiatieven vanuit de regio’s als die een gunstig effect lijken te hebben op het gebied van toegankelijkheid, betaalbaarheid en kwaliteit.

Hervormingen in de kraamzorg

De kraamzorg staat voor een steeds grotere uitdaging. De aantrekkelijkheid van de sector is afgenomen, waardoor de uitstroom groter is dan de instroom. Vooral in de zomermaanden leidt dit tot aanzienlijke regionale tekorten. Ook in financiële zin hebben kraamzorgorganisaties het zwaar. CZ groep vindt dat er een grondige hervorming van de kraamzorg nodig is. We hebben behoefte aan een nieuwe indiceringsmethodiek die leidt tot kraamzorg op maat.

Wij zien vooral toekomst voor regionaal opererende kraamzorgorganisaties, vooral voor de partusassistentie, die gezien kan worden als acute zorg. Wat ons betreft gaan regionale kraamzorgpartijen ook veel meer de verbinding aan met lokale partners in een keten die breder is dan alleen de geboortezorg. Kraamverzorgenden zijn dan bekend met het netwerk van sociaal-maatschappelijke hulpverlening en het lokale aanbod van ondersteuning voor jonge ouders. Zo kunnen zij, als dat nodig of wenselijk is, het kraamgezin in contact brengen met de juiste ondersteuning tijdens of na de kraamweek. Wij gaan ervan uit dat hier veel winst te behalen is, vooral door meer aandacht te hebben voor een gezonde leefstijl en sociaal-economische problematiek bij kwetsbare zwangeren. In het kader van Kansrijke Start zien we mooie samenwerkingen ontstaan, die relevant kunnen zijn bij de hervorming van de kraamzorg. Ook digitale ontwikkelingen kunnen de capaciteitsproblemen in de kraamzorg gedeeltelijk opvangen.

De hervorming vraagt ook een nieuwe kijk van onze verzekerden op de kraamzorg. CZ groep informeert hen hier goed over. Een transitie in deze sector is onvermijdelijk en noodzakelijk om de kraamzorg toekomstbestendig te maken en toegankelijk te houden voor iedereen. Als zorgverzekeraars formuleren we een gezamenlijke toekomstvisie voor de kraamzorg. Deze visie is vóór de zomer van 2024 klaar. We gaan ervan uit dat de ZN-visie aansluit bij de visie van Bo Geboortezorg en dat dit leidt tot een gedragen, landelijke toekomstvisie op de kraamzorg, die daarna wordt uitgevoerd.

Dringende oproep tot samenwerking en het verdelen van de zorg bij krapte

De lokale tekorten aan kraamverzorgenden zorgen ervoor dat kraamzorgorganisaties én zelfstandig werkende kraamverzorgenden op dit moment flexibel om moeten gaan met het LIP (of diens opvolger). Voor CZ groep is het belangrijk dat de beschikbare kraamzorguren bij krapte goed worden verdeeld over de kraamgezinnen. Voorop staat dat ieder gezin de noodzakelijke kraamzorg moet ontvangen. We verwachten dat álle zorgaanbieders binnen een kraamzorgsamenwerkingsverband (KSV) en VSV alle mogelijke maatregelen treffen om dit te regelen, óók de zelfstandig werkende kraamverzorgenden. Zij moeten hiervoor goed met elkaar samenwerken.

Digitalisering in de geboortezorg

Digitale gegevensuitwisseling in de geboortezorg blijkt een ingewikkeld vraagstuk. Toch is het belangrijk dat deze ontwikkeling doorgaat. Door digitale gegevensuitwisseling kunnen de betrokken zorgaanbieders snel en veilig informatie met elkaar delen over een zwangere. Dit kan complicaties voorkomen en veel tijdwinst opleveren in de overdracht. CZ groep verwacht dat verregaande digitalisering ook leidt tot meer transparantie in het zorgproces. Dit belang wordt inmiddels ook landelijk gezien: het ministerie van VWS heeft een forse investering gedaan.

Deel deze pagina: