2.2.5 Zorginkoopbeleid eerstelijns geboortecentrum
In steeds meer regio’s wordt nagedacht over de oprichting van een eerstelijns geboortecentrum. Aanbieders van geboortezorg zien daarin een oplossing voor capaciteitsproblemen in hun regio. Doordat deze centra door eerstelijns zorgaanbieders (verloskundigen of kraamzorgaanbieders) gerund worden en er vaak ook sprake is van een huiselijke sfeer en aanvullende pijnstillingsmethoden, is het idee dat er minder overdrachten naar de tweede lijn plaatsvinden. Daarnaast kan het geboortecentrum cliënten met lichte medische indicaties zorg bieden en kan de druk op de kraamzorg verlicht worden als er ook een verblijfsmogelijkheid is na de bevalling. Dit is uiteraard in het belang van onze verzekerden. CZ groep staat daarom open voor het contracteren van nieuwe eerstelijns geboortecentra. Wel vinden we dat deze centra aan een aantal voorwaarden moeten voldoen om de kwaliteit van de zorg te garanderen. Daarnaast willen we vooraf duidelijkheid hebben over de doelmatigheid van de zorgverlening. CZ groep wil graag een businesscase zien om te beoordelen of er geen sprake is van een toename van de geboortezorgkosten. We zien een geboortecentrum als een zorgaanbieder die een locatie faciliteert voor bevallingen zonder medische noodzaak of met een lichte medische noodzaak, inclusief partusassistentie en eventueel verblijf. De verloskundige zorg blijft onder de verantwoordelijkheid van de eerstelijns verloskundige uitgevoerd worden.
Minimale eisen
Het geboortecentrum wordt geëxploiteerd door een eerstelijns geboortezorgaanbieder die daarvoor een aparte juridische entiteit heeft opgericht die contracteerbaar is.
Het geboortecentrum heeft een eigen AGB-code.
Het geboortecentrum is 24 uur per dag, 365 dagen per jaar telefonisch bereikbaar.
Het geboortecentrum is gevestigd in een ziekenhuis met acute verloskunde of in een aangrenzende locatie met een droge verbinding met het ziekenhuis.
In het geboortecentrum wordt het hele jaar door natale verloskundige zorg geleverd, inclusief partusassistentie en eventueel uitgebreid met een verblijfsoptie met kraamzorg na de bevalling.
De verloskundigen die in het geboortecentrum de bevallingen begeleiden, hebben een overeenkomst eerstelijns verloskunde afgesloten met CZ groep en voldoen aan alle voorwaarden.
De partusassistentie bij de bevalling wordt verleend door bevoegde en bekwame zorgverleners.
Als het geboortecentrum de mogelijkheid biedt om te verblijven na de bevalling, dan wordt de kraamzorg geleverd door bevoegde en bekwame kraamverzorgenden en wordt er gewerkt volgens de richtlijnen en protocollen van deze beroepsgroep.
Het ziekenhuis waarin het geboortecentrum gevestigd is, is schriftelijk op de hoogte gebracht van de reden voor het oprichten van het geboortecentrum. Het ziekenhuis kent de businesscase van het geboortecentrum en wil over de financiële consequenties met CZ groep in overleg treden.
Het geboortecentrum en het ziekenhuis hebben duidelijke afspraken met elkaar vastgelegd over de samenwerking en de doorverwijzingen. Een overdracht naar de medische bevalkamers is te allen tijde mogelijk.
De zorgaanbieder is lid van het VSV in de regio.
Onderlinge verrekening bij de overdracht van een bevallende vrouw vanuit het geboortecentrum
Wij betalen per bevalling maar één keer de kosten voor het gebruik van een bevalkamer. Dit betekent dat er een onderlinge verrekening plaats moet vinden tussen het ziekenhuis en het eerstelijns geboortecentrum als een verzekerde tijdens de bevalling wordt overgedragen aan het ziekenhuis. Het is de gezamenlijke verantwoordelijkheid van alle partijen om de verplaatsing van een barende vrouw te voorkomen.
Lachgas in een eerstelijns geboortecentrum
CZ groep koopt lachgas in een gecontracteerd eerstelijns geboortecentrum alleen in onder inhoudelijke en financiële voorwaarden. We stellen als inhoudelijke voorwaarde dat er een gezamenlijk (VSV-breed) pijnprotocol is, ondertekend door de verloskundigen en gynaecologen[1]. Daarin is minimaal opgenomen:
welke vormen van pijnbestrijding worden toegepast in welke situaties;
dat het handboek lachgas wordt toegepast;
hoe de kwaliteit wordt geborgd, welke (opleidings)eisen er aan de toediener worden gesteld en welke verloskundigen in de regio bevoegd en bekwaam zijn om lachgas toe te dienen;
hoe wordt omgegaan met het nadien (toch nog) doorverwijzen naar de tweede lijn tijdens de bevalling;
in welke gevallen er door de verloskundige overlegd moet worden met de gynaecoloog over de voortzetting van die toediening (bijvoorbeeld als de bevalling langer duurt dan x uur of bij bepaalde signalen);
hoe alle zwangeren eenduidig worden voorgelicht over de verschillende opties van pijnbestrijding en de voor- en nadelen daarvan, en in hoeverre de voorkeur van de verzekerde leidend is;
hoe de effectiviteit van lachgas wordt gemeten. Lachgas moet kostenneutraal worden ingezet, omdat het doorverwijzingen naar de tweede lijn zou voorkomen. Geboortecentra die met lachgas werken, moeten dit kunnen aantonen. De zorgaanbieder deelt onderstaande gegevens op verzoek met ons. Deze gegevens worden aangeleverd op totaalniveau (voor alle cliënten van de zorgaanbieder) en specifiek voor de verzekerden van CZ groep:
-
Hoeveel bevallingen zijn er op de betreffende locatie gestart?
Hoeveel van die bevallingen zijn in de eerste lijn afgerond? Hoeveel zijn er doorverwezen?
Bij hoeveel bevallingen is lachgas toegepast?
Bij hoeveel bevallingen met lachgas is er alsnog tijdens de bevalling naar de tweede lijn doorverwezen?
Hoeveel doorverwijzingen naar de tweede lijn zijn er (naar schatting) voorkomen?
In hoeverre is het aantal doorverwijzingen tijdens de bevalling verlaagd door de toepassing van lachgas (een vergelijking van de doorverwijzingen tot vijf jaar terug)?
Op basis van deze informatie evalueren we de efficiënte toepassing van lachgas tijdens de bevalling. Vervolgens bepalen we of er nog steeds aan bovenstaande criteria wordt voldaan. Afhankelijk hiervan worden de afspraken mogelijk aangescherpt of afgebouwd.
Procedure voor nieuwe geboortecentra
Onder nieuwe geboortecentra verstaan we zorgaanbieders waarmee we in 2025 geen overeenkomst geboortecentrum hebben. Om in aanmerking te komen voor zo’n overeenkomst voor 2026, moeten nieuwe zorgaanbieders voldoen aan de minimumeisen in dit document. De overeenkomst kan worden aangevraagd door vóór 1 september een e-mail te sturen naar inkoop.geboortezorg@cz.nl. Bij deze mail moet de volgende informatie aangeleverd worden:
Een algemeen plan waarin uiteengezet wordt welke partij het geboortecentrum gaat oprichten, waar het centrum gevestigd wordt, wat het zorgaanbod is en welke doelen er worden nagestreefd.
Een businesscase waarin duidelijk uiteengezet wordt wat de inkomsten en uitgaven van het geboortecentrum zijn, welke doelgroepen en cliëntenstromen er verwacht worden en wat dit betekent voor de poliklinische en medische partussen in het ziekenhuis.
Een akkoord van het ziekenhuis voor de oprichting van een geboortecentrum en de toezegging van het ziekenhuis dat er met CZ groep afspraken gemaakt worden over de financiële consequenties.
Als er lachgas aangeboden wordt, moet de informatie worden aangeleverd die hierboven staat aangegeven onder het kopje ‘Lachgas in een eerstelijns geboortecentrum’.
We bekijken uw aanvraag en gaan daarna met u in overleg. Als u aan alle voorwaarden voldoet en als de businesscase realistisch en positief is (met gelijkblijvende of lagere zorgkosten), dan bieden wij een overeenkomst eerstelijns geboortecentrum aan.
Procedure voor bestaande geboortecentra
Onder bestaande zorgaanbieders verstaan we de zorgaanbieders die in (een deel van) 2025 een overeenkomst eerstelijns geboortecentrum met ons hebben. Bestaande aanbieders ontvangen uiterlijk eind september via VECOZO het aanbod voor 2026.
- 1Waar we spreken over gynaecoloog kan het ook de klinisch verloskundige betreffen die onder de verantwoordelijkheid van de gynaecoloog werkt.