2.2.1 Kwaliteit van zorg
Bij het contracteren van zorg maken we afspraken die leiden tot:
kwaliteit van zorg en deskundigheidsbevordering;
meer eigen verantwoordelijkheid en zelfmanagement van de verzekerde;
persoonsgerichte zorg;
coördinatie en afstemming binnen een integrale keten;
monitoring en evaluatie van de kwaliteit van de zorg;
minder uitval.
Kwaliteit van zorg en deskundigheidsbevordering
We vinden het belangrijk om de kwaliteit van de zorg en deskundigheidsbevordering te borgen. Voor de uitvoering van de GLI contracteren we daarom alleen leefstijlinterventies die door het RIVM erkend zijn. Deze interventies zijn voldoende effectief om toegelaten te worden tot het basispakket.
Daarnaast vinden we het belangrijk dat de bij- en nascholing, de accreditatie en de werkervaringseisen voor de leefstijlcoaches op een eenduidige manier worden georganiseerd. Zo is geborgd dat zij aantoonbaar blijven voldoen aan de kwaliteitseisen. Voor de uitvoering van de GLI contracteert CZ groep daarom alleen leefstijlcoaches die geregistreerd staan in de volgende kwaliteitsregisters:
Kwaliteitsregistratie en Accreditatie Beroepsbeoefenaren in de Zorg (KABIZ); Individueel Register Fysiotherapie (IRF) / Keurmerk Fysiotherapie Individueel Register (KFIR);
Kwaliteitsregister Paramedici (KP).
Het kwaliteitsregister van de BLCN-geregistreerde leefstijlcoaches is ondergebracht bij het onafhankelijke accreditatieorgaan KABIZ. Dat borgt de accreditatie van de (post-)hbo-opleidingen tot leefstijlcoach en de permanente educatie van leefstijlcoaches aan de hand van het beroepscompetentieprofiel. Meer informatie over de BLCN is te vinden op www.blcn.nl.
De kwaliteitsregisters IRF/KFIR en KP borgen de kwaliteit van de ingeschreven leefstijlcoaches. Deze registers zien toe of zij beschikken over de juiste competenties, bij- en nascholen op het gebied van leefstijlcoaching en voldoende werkervaring opdoen.
Meer eigen verantwoordelijkheid en zelfmanagement van de verzekerde
Door meer zelf de regie te nemen, werken verzekerden beter toe naar duurzame gedragsverandering en kunnen zij hun gezondheid beter zelf managen. Vragen over gezondheid en ziekte kan de verzekerde zelf beantwoorden, zonder of met een beperkte inzet van professionele hulpverleners. Hiermee hopen we bij te dragen aan substitutie van zorg van de tweede lijn naar de eerste lijn – of liever nog: de nulde lijn.
Persoonsgerichte zorg
Niet iemands beperking of ziekte staat centraal, maar het individu (samen met het gezin). Zo krijgt iedereen passende ondersteuning en zorg. Het principe van positieve gezondheid speelt een cruciale rol bij duurzame gedragsverandering en de aanpak van overgewicht.
Coördinatie en afstemming binnen een integrale keten
Als meerdere zorgverleners bij de behandeling betrokken zijn, moeten zij zorgen voor een optimale afstemming, onderling en binnen de keten. Samenwerking tussen de zorg en het sociaal domein is essentieel. De huisarts, bedrijfsarts of medisch specialist fungeert als verwijzer. Leefstijlcoaches moeten inzicht hebben in de sociale kaart van de regio en het lokale beweegaanbod. Zo kunnen zij de verbindende schakel zijn tussen de eerstelijnszorgverleners, de lokale beweegaanbieders en het sociaal domein. Ook stimuleren leefstijlcoaches dat een verzekerde na afloop van een GLI-traject doorstroomt naar het lokale beweegaanbod.
Monitoring en evaluatie van de kwaliteit van de zorg
Om de kwaliteit en de kosteneffectiviteit van de zorg te bepalen, monitoren en evalueren we (uitkomst)indicatoren op landelijk niveau. Het RIVM monitort op landelijk niveau de inzet van de GLI en publiceert jaarlijks een rapportage op basis van de GLI-monitor. Zij gebruiken hiervoor een landelijke indicatorenlijst. Het RIVM is voor zijn rapportage afhankelijk van de data die zorgaanbieders aanleveren. Om de komende jaren meer inzicht te krijgen in de kwaliteit en de kosteneffectiviteit, is het vullen van het GLI-register essentieel.
Minder uitval
Om te komen tot duurzame gedragsverandering, is het belangrijk dat verzekerden het volledige behandeltraject doorlopen. Vroegtijdige uitval willen we zo veel mogelijk voorkomen. Het aantal uitvallers bij de GLI vormt de komende jaren een belangrijk aandachtspunt.