1.6.1 Herkenbare en aanspreekbare wijkverpleging

Het borgen van toegankelijke zorg vraagt om een herinrichting van de zorg en om inzicht in de capaciteit en kwaliteit. Een goede samenwerking en coördinatie tussen de wijkverpleging en andere domeinen op wijk- en regioniveau is belangrijk om zwaardere zorg- en hulpvragen te voorkomen of zo lang mogelijk uit te stellen. Samenwerking en coördinatie kunnen bijdragen aan een optimale verdeling van de schaarse capaciteit en daarmee aan een betere toegang. Ook kan het de inzet van dure vormen van zorg verminderen. Dit punt omvat de brede regionale keten voor ouderenzorg, waarin de wijkverpleging een sleutelrol vervult. In de visie Eerstelijnszorg is dit geformuleerd als samenwerking in een hecht wijkverband en een regionaal eerstelijnssamenwerkingsverband (RESV)[1].

Enkele zorgaanbieders nemen een voortrekkersrol op zich bij het regionaal coördineren en organiseren van ketens en samenwerkingsvormen. In sommige regio’s gaat dit al heel goed, in andere regio’s is er nog ruimte voor verbetering, zodat in iedere regio vóór 2027 een zichtbaar, herkenbaar en aanspreekbaar wijkteam staat, als opmaat naar de hechte wijkverbanden en RESV’s, zodat we ook in de toekomst de toegankelijkheid van de zorg kunnen garanderen. We sluiten daarbij zo veel mogelijk aan bij de regionale context en zetten in op de continuïteit, doorontwikkeling en formalisering van bestaande structuren, samenwerkingen en afspraken die aansluiten bij het regioplan.

In onze kernwerkgebieden gaan we actief in gesprek met de zorgaanbieders die deze voortrekkersrol op zich nemen. We willen weten waar zij nu staan en afspreken om toe te werken naar een regionale integrale organisatie. Wij verwachten van deze zorgaanbieders dat zij uiterlijk op 1 augustus 2025 een plan aanleveren waaruit blijkt hoe zij invulling geven aan de organisatie van herkenbare en aanspreekbare wijkteams en de doorontwikkeling daarvan. Enkel zorgaanbieders die zorg leveren in het kernwerkgebied van CZ groep én die in 2025 een afspraak hebben voor preventie op wijkniveau, regionale samenwerking en coördinatie (wijkgericht werken) komen in aanmerking om (een deel van) het afgesproken budget in 2026 in te zetten voor herkenbare en aanspreekbare wijkverpleging. Wij informeren de betreffende zorgaanbieders daar in mei over.

In het plan verwachten we minimaal de volgende onderdelen:

  • inzicht op wijk- en gemeenteniveau in de huidige organisatie van herkenbare en aanspreekbare teams en de (SMART geformuleerde) stappen die nodig zijn om daar in de loop van 2026 te komen. Daarbij verwachten wij dat er aandacht is voor het betrekken van andere (gecontracteerde) aanbieders van wijkverpleging, het sociaal domein en de huisartsenzorg. Ook verwachten wij dat uit het plan blijkt dat er afstemming en samenwerking plaatsvindt met gemeenten en andere ketenpartners in de eerste en tweede lijn;

  • inzicht in de activiteiten, de rolverdeling, de afspraken en de verantwoordelijkheden rondom herkenbare en aanspreekbare wijkverpleging.

Het plan:

  • sluit aan bij de doelstellingen, tijdslijnen en uitgangspunten van de leidraad ‘Herkenbare en aanspreekbare wijkverpleging’[2] en de visie op de eerstelijnszorg voor 2030.

  • is geïntegreerd in andere regionale (infra)structuren, zoals de onplanbare nachtzorg, de acute zorg, de eerstelijnscoördinatiefunctie en de regionale zorgcoördinatie.

  • sluit aan bij de lokale en regionale uitdagingen en doelstellingen, zoals die zijn opgenomen in het regiobeeld.

  • sluit aan bij de principes van passende zorg en draagt aantoonbaar bij aan het afbuigen of voorkomen van professionele zorg door preventie, het vergroten van de zelfredzaamheid, vroegsignalering en Advance Care Planning.

  • is bij voorkeur een coproductie als er in één regio meerdere zorgaanbieders zijn die in 2025 een afspraak hebben voor wijkgericht werken. Zij dienen dit plan bij voorkeur samen in. Indien dit niet haalbaar is, worden concrete acties geformuleerd om dit gedurende 2026 te bewerkstelligen.

Deel deze pagina: