2.2 Inhoudelijk beleid

Ook in 2024 contracteren we weer goede, betaalbare en tijdige zorg. In deze paragraaf leest u onze uitgangspunten voor de contractering voor 2024. Deze afspraken willen we vóór 1 november gereed hebben. Daarbij rekenen we uiteraard op uw medewerking.

Contractvormen

Elke situatie is anders. Lokale omstandigheden en de prestaties van de zorgaanbieder zijn daarom medebepalend voor de inhoud van onze contractuele afspraken. Onwenselijke verschillen tussen vergelijkbare zorgaanbieders willen we terugdringen.

We hebben een voorkeur voor meerjarenafspraken mits dit voor beide partijen een aantoonbare meerwaarde heeft. Zonder duidelijke meerwaarde hanteren wij als basisprincipe een p x q-contract met een omzetplafond voor de duur van 1 jaar. Stabiele basisgegevens zijn zeker bij meerjarenafspraken van groot belang. De covid-pandemie lijkt in sommige gevallen invloed te hebben op de aard en de omvang van de zorgvraag en daarmee op de realisatiecijfers van 2022. Daarbij is niet altijd duidelijk of dit incidenteel of structureel is. Dit maakt dat wij nóg meer weloverwogen nieuwe meerjarenafspraken aangaan. Naast een solide basisniveau willen we ook duidelijke en meetbare doelen vastleggen. Per situatie beoordelen we welke contractvorm het meest wenselijk is.

Integrale geboortezorg

CZ groep blijft integrale geboortezorg stimuleren. Ook op plaatsen waar nog geen afspraken voor integrale bekostiging zijn gemaakt, zien we mogelijkheden voor verdere samenwerking tussen de eerste en tweede lijn. Wij vragen de ziekenhuizen nadrukkelijk om het gesprek aan te gaan met de eerstelijns verloskundigen binnen het Verloskundig Samenwerkingsverband (VSV) en initiatieven voor verdere samenwerking en een verschuiving van zorg gezamenlijk te verkennen. Voor meer informatie verwijzen wij u graag naar het zorginkoopbeleid Geboortezorg 2024.

Voorwaarden voor een contract

Bij het aangaan van overeenkomsten maken we onderscheid tussen bestaande en nieuwe zorgaanbieders. Een bestaande zorgaanbieder heeft in 2023 een overeenkomst (medisch specialistische zorg) met ons, op basis waarvan hij zorg bij ons heeft gedeclareerd. Zorgaanbieders die in 2023 geen overeenkomst (medisch specialistische zorg) met ons hebben, beschouwen wij als nieuwe aanbieders.

In 2024 willen we de overeenkomst met bestaande zorgaanbieders voortzetten. Bepalend hierbij is dat de overeenkomst niet in de loop van 2023 is beëindigd én dat we voor 2024 overeenstemming bereiken over de inhoud van het contract. Iedere zorgaanbieder die voor een overeenkomst in aanmerking wil komen, moet voldoen aan specifieke eisen. Deze vindt u in bijlage 2.

2.2.1 Toegankelijkheid van zorg

Het personeelstekort in de zorg is dagelijks voelbaar. Het gevolg is dat de wachttijden vooral voor de planbare electieve zorg vaak hoger zijn dan gewenst. De urgente en acute zorg gaan gelukkig gewoon door, hoewel ook hier de tekorten merkbaar zijn. Met dit zorginkoopbeleid, onze contractafspraken met zorgaanbieders en de nieuw op te stellen ‘actieplannen toegankelijkheid MSZ’ willen we zicht krijgen op de knelpunten en geven we invulling aan de zorgplicht voor onze verzekerden. We realiseren ons echter dat het personeelsprobleem in de zorg complex en hardnekkig is, waardoor snelle en grote verbeteringen lastig haalbaar zijn.

Acute zorg – ROAZ
Het Regionaal Overleg Acute Zorg (ROAZ) brengt het acute zorgaanbod in de regio in kaart. Zij lossen witte vlekken in de bereikbaarheid op en stemmen activiteiten af tussen de aanbieders van acute zorg. CZ groep neemt in 4 regio’s actief deel aan deze ROAZ–overleggen (Brabant, Limburg, West en Zuidwest). Zo dragen we bij aan oplossingen voor knelpunten en het toegankelijk houden van deze zorg.

Wachttijden in de reguliere zorg
Zorgaanbieders zijn verplicht om elke 2 weken de wachttijden voor electieve medisch specialistische zorg inzichtelijk te maken voor patiënten en zorgverzekeraars. Op basis hiervan kunnen we de klinische en poliklinische wachttijden monitoren per specialisme, per zorgaanbieder en per regio. Dit geeft ons zicht op eventuele knelpunten. Deze knelpunten worden ook zichtbaar in de ‘actieplannen toegankelijkheid MSZ’, die ziekenhuizen vanuit landelijke afspraken gaan opstellen. De actieplannen gaan in op de volgende onderwerpen:

  • de aard en omvang van de overschrijdingen van de Treeknorm met de onderliggende redenen;

  • concreet te plannen interventies met hun verwachte bijdrage aan de knelpunten;

  • een tijdsplanning om de toegankelijkheid van de zorg eind 2023 sterk te verbeteren.

Mocht blijken dat bepaalde knelpunten veroorzaakt worden door financiële zorginkoopafspraken, dan onderzoeken we of we deze kunnen oplossen door bij te contracteren (zie paragraaf 2.2.2.1). Daarbij beoordelen we de toegangs- en behandeltijden per regio en niet op het niveau van de individuele zorgaanbieder.

Naast bovenstaande acties kunnen we patiënten desgewenst naar een andere zorgaanbieder bemiddelen. CZ groep heeft een Zorgteam, dat bestaat uit adviserend verpleegkundigen die verzekerden in specifieke situaties hiermee kunnen helpen.

2.2.2 Kosten van zorg

Voor het contract voor 2024 hanteren we de volgende financiële uitgangspunten:

  • We hanteren een omzetplafond (inclusief doorleverplicht) met een combinatie van volume en prijs.

  • We blijven de categorie-indeling 1 tot en met 6 gebruiken.

  • De groei van de kosten van dure geneesmiddelen moet uit het beschikbare kader bekostigd worden.

  • Passende zorg moet leiden tot een efficiënter gebruik van schaarse zorgcapaciteit.

  • We stimuleren verdere digitalisering en telemonitoring onder bepaalde voorwaarden.

  • Voor de beoordeling van ziekenhuisverplaatste zorg hanteren we een toetsingskader (new window).

  • We hanteren diverse benchmarks om prijsvergelijkingen te maken.

  • De realisatiecijfers monitoren we periodiek via een vast format.

  • De plafondafspraken veranderen mee met de verzekerdenmutaties.

  • We maken aanvullende inkoopafspraken als dat nodig is.

Enkele van deze uitgangspunten lichten we hieronder verder toe.

2.2.2.1 Omzetplafond en categorie-indeling

Binnen het omzetplafond bestaat een grote mate van substitutie. Voor enkele zorgproducten (categorie 1 en 2) zetten wij ons beleid van de afgelopen jaren voort. Categorie 3 is iets verruimd, zodat hier ook niet-dure geneesmiddelen kunnen worden opgenomen. De invulling van categorie 5 is niet veranderd. Voor de klinisch chemische en medisch microbiologische onderzoeken behouden we categorie 6. Alle overige producten zijn ondergebracht in categorie 4. Voor die producten geldt volledige substitutievrijheid binnen het overeengekomen omzetplafond.

De systematiek en de inhoud van de categorie-indelingen is niet gewijzigd ten opzichte van 2023.

Speerpunten per categorie:

  1. het maximum aantal te leveren zorgproducten voor het hele jaar (met een marge van 10% per product mits dit passend is binnen het omzetplafond van categorie 1);

  2. het maximum aantal te leveren zorgproducten voor het hele jaar (met substitutievrijheid binnen het omzetplafond van categorie 2);

  3. nieuw overgehevelde middelen: de eerste 2 jaar na te calculeren binnen het voor CZ groep beschikbare bedrag;

  4. volledige substitutievrijheid binnen het maximum omzetplafond dat voor de producten geldt.

  5. dure, niet-planbare zorg binnen UMC’s: deze zorg is niet substitueerbaar met andere deelplafonds;

  6. laboratoriumonderzoeken KCL MMB: deze zorg is niet substitueerbaar met andere deelplafonds.

De beschrijving van de categorie-indeling en de codering van de volumespeerpunten voor de categorieën 1 tot en met 3 en 6 sommen we per DBC-zorgproduct op in bijlage 3. Mochten er na de publicatie van dit zorginkoopdocument onverhoopt nog wijzigingen plaatsvinden, dan vindt u die op www.cz.nl/zorgaanbieder (new window).

Aanvullende zorginkoop

Bij de initiële zorginkoopafspraken voor 2024 kopen we voldoende zorgaanbod voor onze verzekerden in, zowel regionaal als landelijk. Hierbij gaan wij ervan uit dat de afgesproken omzetplafonds passend zijn voor de hele zorgvraag en dat de zorgaanbieder ook patiënten in zorg blijft nemen als dit plafond bereikt wordt. In bijzondere gevallen en bij onvoorziene omstandigheden zijn we bereid om te bespreken of de afspraken onredelijk uitpakken voor een van de partijen en of onze zorgplicht (regionaal) in het gedrang komt. In dat geval kunnen we aanvullende afspraken maken, waarbij we de volgende voorwaarden hanteren:

  • Er moet sprake zijn van een langer durende regionale overschrijding van de Treeknormen. (Als er binnen een regio voldoende zorg binnen de Treeknormen beschikbaar is, kan er geen bijcontractering worden aangevraagd. Zie ook paragraaf 2.2.1).

  • De reguliere zorgbemiddeling leidt niet tot een oplossing van de situatie.

  • De zorgaanbieder toont aan dat hij het afgesproken omzetplafond op een redelijke manier gespreid heeft over het hele jaar en maakt aannemelijk dat het omzetplafond wordt overschreden als er geen aanpassingen plaatsvinden.

  • De zorgaanbieder moet een plan overleggen waarbij bijcontractering aantoonbaar bijdraagt aan een vermindering van de wachttijden.

  • De toename van de werkelijke kosten is van invloed op de hoogte van een eventuele aanvullende afspraak.

Het verzoek om bij te contracteren moet plaatsvinden tussen 1 juli en 1 oktober 2023, zodat er voldoende tijd is verstreken sinds de initiële contractering én er nog voldoende tijd resteert om een effectieve bijdrage te kunnen leveren aan de oplossing van het probleem. Hiervan kunnen we afwijken als de omstandigheden dit rechtvaardigen. Het verzoek kan worden ingediend bij de vaste zorginkoper en wij reageren hier binnen 4 weken op.

Versnellingsinitiatieven digitale zorg – zorg naar huis door digitalisering

CZ groep zet zich samen met de zorgaanbieders in om Passende hybride en digitale zorg: zelf als het kan, thuis als het kan en digitaal als het kan’ mogelijk te maken. Uitgangspunt hierbij is de gezamenlijke ZN-ambitie digitalisering 2024. We hebben diverse initiatieven geselecteerd die op korte termijn kunnen bijdragen aan een betere toegankelijkheid en betaalbaarheid. Die selectie vond plaats op basis van een combinatie van impactcriteria (arbeidsbesparing, financiën, minimaal gelijkblijvende kwaliteit van zorg en de bijdrage aan duurzaamheid) en een haalbaarheidstoets. Dit zijn de initiatieven:

  • verkorten ligduur door monitoring op afstand (thuismonitoring);

  • polikliniekbezoeken op afstand in plaats van fysiek (digitaal consult);

  • continue thuismonitoring van chronische patiënten (reduceren opnames, vroegsignalering).

ZN gaat nader onderzoeken welke essentiële verrichtingen of activiteiten voor sturing en monitoring er ontbreken in de huidige declaratiestandaarden. Waar nodig volgen dan voorstellen voor verbetering. Wij gaan de mate waarin bovenstaande elementen per zorgaanbieder worden toegepast monitoren aan de hand van onze declaratiegegevens. Op basis hiervan gaan we met de zorgaanbieder in gesprek om te bekijken of een versnelling op onderdelen wenselijk is.

Telemonitoring

Vanaf 1 januari 2023 is de add-on-prestatie telemonitoring separaat te declareren. FMS, NVZ, NFU en ZN hebben hiervoor een handreiking telemonitoring opgesteld. Voor ons is deze handreiking leidend om onze inkoopvoorwaarden verder uit te werken. CZ groep spreekt de add-on telemonitoring onder bepaalde voorwaarden af met individuele zorgaanbieders:

  • De zorgaanbieder toont aan dat de prestatie voldoet aan de inhoudelijke prestatiebeschrijving van de NZa.

  • De zorgaanbieder gaat akkoord met minimaal budgetneutraliteit.

  • Binnen ons kernwerkgebied gaan we in overleg met individuele zorgaanbieders over:

  • welke zorg hybride en/of digitaal verleend kan worden;

  • de invulling van de IZA-ambitie over het hybride maken van 70% van de geschikte zorgpaden en zorgprocessen met minimaal 50% inclusie;

  • de inzet van telemonitoring als vervanging of aanpassing van het huidige zorgaanbod. Om minimaal te komen tot budgetneutraliteit, wordt de inzet van telemonitoring gemonitord en geëvalueerd. Daarbij moet een afname worden aangetoond van het aantal opnamen, verpleegdagen en SEH- en polibezoeken.

  • Buiten ons kernwerkgebied volgen we in principe de afspraken met de 2 marktleiders.

  • De hoogte van de tarieven wordt bilateraal bepaald.

  • De omzet die samenhangt met de add-on telemonitoring, wordt verantwoord onder categorie 4 volumespeerpunten.

Basisverzekering / Aanvullende verzekering

Het beschikbare financiële kader is alleen van toepassing op de zorg vanuit de basisverzekering. Onverzekerde zorg of zorg die wordt vergoed vanuit aanvullende verzekeringen, is niet in dit kader opgenomen en maakt dan ook geen deel uit van het omzetplafond.

Verzekerdenmutaties

CZ groep kiest er ook in 2024 voor om de verzekerdenmutaties op basis van de Vektis-systematiek te verwerken in de afzonderlijke plafondafspraken. Dit is conform de landelijke besluitvorming.

2.2.2.2 Zorgevaluatie en Gepast Gebruik (ZE&GG)

Gepast gebruik van zorg is erg belangrijk, omdat dit bijdraagt aan het doelmatig inzetten van de schaarse personele en financiële middelen. Daarom kijken we bijvoorbeeld naar de manier waarop de zorg binnen het ziekenhuis wordt aangeboden (relatief veel conservatief of operatief, klinisch of poliklinisch), maar ook hoe de regionale zorgketen functioneert en of hier verbeteringen mogelijk zijn. CZ groep wil zich breed inzetten om hier een succes van te maken.

In 2021 hebben de koepels NVZ en ZN een plan van aanpak opgesteld om de implementatie van Gepast Gebruik te versnellen. Met de ziekenhuizen waar CZ groep marktleider is, maken we jaarlijks afspraken over de onderwerpen uit de ZE&GG-implementatieagenda. In andere situaties volgen we de lokale afspraken hierover. We willen in 2024 meer dan 80% van de relevante onderwerpen geïmplementeerd hebben in de ziekenhuizen. Daarnaast dragen we ook onderwerpen aan die opvallen in onze analyses van praktijkvariatie. De verbeterafspraken en de mate van implementatie van de ZE&GG-lijst leggen we vast in het inkoopcontract.

Verbetersignalement

Onlangs heeft het Zorginstituut Nederland 2 belangrijke verbetersignalementen gepubliceerd waar wij bij de zorginkoopafspraken voor 2024 expliciet bij stilstaan: de plaatsing van een ICD en de zorg voor mensen met OSA. Deze verbetersignalementen zijn tot stand gekomen na uitgebreide afstemming met alle partijen, inclusief de wetenschappelijke verenigingen.

ICD

Van de patiënten die een ICD krijgen, heeft 83% niet eerder een ernstige ritmestoornis gehad. De ICD wordt bij hen preventief geplaatst. Bij een deel van hen heeft een ICD mogelijk geen toegevoegde waarde om sterfte te voorkomen. Zij ervaren echter wél de nadelen van een ICD, zoals ernstige complicaties en onterechte schokken. Daarom is de ICD-zorg systematisch doorgelicht. Het Zorginstituut komt met 3 verbetermogelijkheden:

  • Verbeter de indicatiestelling voor het plaatsen en vervangen van een ICD.

  • Verbeter de patiëntinformatie.

  • Verminder de kans op complicaties.

In de kwaliteitsgesprekken die wij met de ziekenhuizen voeren, zullen we waar nodig bovengenoemde punten agenderen en daar verbeterafspraken over maken.

De zorg voor patiënten met OSA

Zorginstituut Nederland heeft na een uitvoerige analyse geconstateerd dat de zorg voor patiënten met OSA op verschillende punten verbeterd kan worden:

  • Bij asymptomatische OSA staat de effectiviteit van de OSA-zorg niet wetenschappelijk vast.

  • Bij een verdenking op OSA is een type 3-test (polygrafie) klinisch even nuttig als een polysomnografie.

  • Er moet meer aandacht komen voor de herkenning van OSA-klachten door zorgprofessionals.

  • Bij patiënten met OSA staat het klinische nut van een slaapendoscopie niet wetenschappelijk vast.

  • Bij patiënten met OSA kan overbehandeling worden voorkomen.

  • Een standaard (jaar)controle bij de medisch specialist is niet nodig.

  • De kwaliteit en inzichtelijkheid van de OSA-zorg kan beter.

Zorginstituut Nederland geeft als wettelijk pakketbeheerder duidelijkheid over de vergoeding van de eerste 2 punten vanuit het verzekerde pakket. Zij kan echter pas een uitspraak doen als de onderwerpen getoetst zijn volgens de vastgestelde procedure. Dat duurt waarschijnlijk tot eind 2023. De overige punten agenderen wij in de kwaliteitsgesprekken met de ziekenhuizen. Waar nodig maken we verbeterafspraken.

2.2.2.3 Ziekenhuisverplaatste zorg

CZ groep ondersteunt de ontwikkeling naar meer passende zorg, substitutie naar voorliggende voorzieningen en stepped-care-zorg. Tegelijkertijd vinden we dat de trend om zorg steeds meer in de thuissituatie te verlenen, ook zijn grenzen kent. Deze grenzen vindt u in ons toetsingskader Ziekenhuisverplaatste zorg. Hierbij bekijken we de aspecten veiligheid, kwaliteit, kosten en toegankelijkheid.

Bij een positieve beoordeling maken we vervolgafspraken met deze zorgaanbieders. Daarbij gaan wij ervan uit dat alle soorten ziekenhuisverplaatste zorg binnen ons kernwerkgebied die opschaalbaar zijn en/of een bepaalde omvang hebben, het toetsingskader positief hebben doorlopen.

2.2.2.4 Complexe moleculaire diagnostiek

CZ groep wil gelijke toegang bieden tot kwalitatief goede en doelmatige (complexe) moleculaire diagnostiek, met daarbij een optimale behandeling voor alle verzekerden. Daarom werken we samen met partners in het veld aan de ontwikkeling van expertisecentra voor (complexe) moleculaire diagnostiek en aan een lerend zorgsysteem. Hierdoor wordt specifieke kennis gebundeld en via een (regionaal) netwerk gedeeld, wordt innovatie gestimuleerd en neemt de doelmatige inzet van middelen toe. Eerder hebben we dit al beschreven in onze visiedocumenten voor niet-kleincellig longcarcinoom (new window) en primaire tumor onbekend (PTO) (new window).

De eerste stappen zijn de afgelopen jaren gezet en we gaan daar in 2024 mee door. Zo loopt in de regio Rotterdam een pilot voor niet-kleincellig longcarcinoom om inzicht te krijgen in onder andere de kwaliteit, de logistiek en de doelmatigheid van de concentratie van moleculaire diagnostiek. Met een specifieke bekostigingstitel (facultatieve prestatie) faciliteren we dit proces.

Vanaf 2023 wordt de moleculaire diagnostiek algemeen als add-on vergoed. Ook voor moleculair diagnostische testen die door een instelling worden uitgevoerd, geldt dat zij moeten voldoen aan de stand van de wetenschap en praktijk om in aanmerking te komen voor een vergoeding vanuit de basisverzekering. Voor de contractering van deze testen via de betreffende add-ons volgt CZ groep de route via de commissie Beoordeling Add-on Geneesmiddelen (CieBAG) van ZN. Zie hiervoor Formulieren - ZN - Formulieren (znformulieren.nl).

Om de kennis op het gebied van (complexe) moleculaire diagnostiek optimaal in te zetten, vindt CZ groep dat elk ziekenhuis in Nederland een samenwerkingsafspraak moet hebben met een Molecular Tumor Board in 1 van de 7 academische centra of het Antoni van Leeuwenhoek-ziekenhuis.

Het veld is in beweging en CZ groep volgt de ontwikkelingen op regionaal en landelijk niveau met interesse, om deze later verder te vertalen naar onze zorginkoop.

2.2.3 Kwaliteit van zorg

CZ groep vindt het belangrijk dat de zorg van goede kwaliteit is. Daarom hebben we een kwaliteitsvisie ontwikkeld, waarbij de zorg wordt belicht vanuit 4 dimensies: patiëntgerichtheid, kwaliteit van leven, klinische effectiviteit, en medische toegankelijkheid en tijdigheid. Zonder álle aspecten hiervan te benoemen, besteden we bij de contractering voor 2024 bijzondere aandacht aan de volgende zaken:

  • De zorg moet voldoen aan de stand van de wetenschap en praktijk.

  • De verbetersignalementen voor de plaatsing van een ICD en de zorg voor OSA-patiënten.

  • Artsen en patiënten moeten samen beslissen over de behandelkeuzes om aan te sluiten bij de individuele situatie en wensen van de patiënt.

  • Voor hoog-complexe en laag-volume aandoeningen hanteren wij de landelijke minimumnormen. Bij diverse aandoeningen leggen wij de lat echter hoger. Hiervoor hebben we Stichting Egidius Zorgconcepten opgericht, die expertzorg nastreeft bij de deelnemende ziekenhuizen. Voor enkele aandoeningen kopen we de zorg selectief in.

  • Met ziekenhuizen binnen ons kernwerkgebied voeren we kwaliteitsbesprekingen en maken we verbeterafspraken die in de contracten worden opgenomen.

2.2.3.1 Stand van de wetenschap en praktijk

Welke medisch specialistische zorg tot het basispakket behoort, staat in de Zvw. Voor de begrenzing van het basispakket geldt onder meer het criterium ‘stand van de wetenschap en praktijk’. Zorg die hier niet aan voldoet, contracteren wij niet en kan niet bij ons worden gedeclareerd. In bijlage 1 zijn een aantal behandelingen opgenomen waarvan Zorginstituut Nederland heeft vastgesteld dat ze niet voldoen aan bovenstaand criterium.

2.2.3.2 Stichting Egidius Zorgconcepten

Prostaatkanker en maag/slokdarmkanker

Sinds enkele jaren voert Stichting Egidius Zorgconcepten (new window) een cyclus van kwaliteitsverbetering uit voor de prostatectomie. In 2022 lag de nadruk daarnaast op een uitbreiding van het zorgpad door indicatoren voor diagnostiek te verkennen. De verbetercycli hebben aanleiding gegeven voor verbetertrajecten om indicatoren te harmoniseren (en de interpretatie daarvan door pathologen), inclusief het volledig uitvoeren van een postoperatief multidisciplinair overleg (MDO).

Voor maag- en slokdarmkanker hebben de eerste kwaliteitsbesprekingen plaatsgevonden voor het hele zorgpad. In 2023 en 2024 zetten we dit voort en willen we meerdere oncologische netwerken aan laten sluiten.

Nierkanker en blaaskanker

CZ groep is in gesprek met 3 koplopernetwerken om het Egidius-zorgconcept in te richten voor blaaskanker. De nadruk ligt daarbij op het identificeren van kritische momenten in het zorgpad en daarbij aansluitend de ontwikkeling van indicatoren. In afwachting van dit proces zijn we nog niet gestart met de inrichting voor nierkanker.

2.2.3.3 Samen Beslissen en My Best Treatment

CZ groep wil dat artsen en patiënten steeds samen beslissen over behandelkeuzes, zodat deze aansluiten bij de individuele situatie en wensen van de patiënt. We willen dat patiënten eind 2024 in elk ziekenhuis in ons kernwerkgebied samen met hun zorgverlener kunnen beslissen over hun behandeling. In het kwaliteitsoverleg lichten we deze ambitie toe en maken we hier concrete afspraken over. Ter ondersteuning van de implementatie van samen beslissen binnen uw organisatie kunt u gebruik maken van de ontwikkelde instrumenten en diensten van het programma Uitkomstgerichte Zorg www.platformuitkomstgerichtezorg.nl. (new window)

Iedere patiënt is uniek en daarom wil CZ groep met het programma My Best Treatment (MBT) de inzet van gepersonaliseerde zorg in Nederland vergroten. Door de behandeling af te stemmen op de persoonlijke (biologische) kenmerken van de patiënt kan de kwaliteit van zorg toenemen. Met het programma MBT streven we naar het verminderen van het aantal inefficiënte behandelingen en het voorkomen van onnodige bijwerkingen. Dat doen we door een combinatie van voorspellende technieken, digitale gepersonaliseerde keuzehulpen en de actieve betrokkenheid van de patiënt.

2.2.3.4 Patiëntervaringen

Wij vinden het belangrijk als patiënten hun ervaringen over hun zorgverlener willen delen met anderen. Met steun van CZ groep heeft de Patiëntenfederatie (PFN) in de afgelopen jaren dan ook gewerkt aan het opschalen van patiëntervaringen (PREMs) via ZorgkaartNederland. Het streven is om het aandeel geverifieerde waarderingen te vergroten. Dit zijn waarderingen van patiënten die door hun zorgaanbieder zijn uitgenodigd om een waardering te schrijven. Doordat de herkomst en behandelrelatie is gecontroleerd door de redactie, is dit oordeel minder fraudegevoelig dan een willekeurige review kan zijn. In de medisch specialistische zorg is het aandeel geverifieerde waarderingen nog laag (14%). Vandaar dat wij met zorgaanbieders afspraken willen maken dat zij hun patiënten verwijzen naar de kanalen van de PFN en ZorgkaartNederland om hier een recensie achter te laten. Hierdoor verwachten wij meer geverifieerde reviews zodat patiënten beter hun keuze voor hun zorgverlener kunnen maken.

2.2.3.5 Minimumnormen en selectieve inkoop

Minimumnormen

Voor 2024 houden we in onze zorginkoop rekening met de huidige minimumnormen die de beroepsgroepen vaststellen. Zoals afgesproken in het IZA, worden landelijk voor 15 tot 20 nieuwe zorginterventies aanzienlijk hogere volumenormen vastgesteld. CZ groep verwacht dat deze aanpassing een flinke kwaliteitsimpuls geeft. Wij zetten ons daarom landelijk en regionaal volop in om tot een goede normering te komen. Zodra deze nieuwe normen zijn vastgesteld (maar uiterlijk in de contracten voor 2026) nemen wij die over.

Selectieve inkoop

CZ groep koopt de zorg voor een select aantal aandoeningen al enkele jaren in bij aanbieders die voldoen aan onze kwaliteitsvoorwaarden. Ook voor 2024 doen we dit voor borstkankerzorg, infectieprothesiologie, schisis en Mohs' micrografische chirurgie. Voor de inkoop van deze zorg stellen we voor 2024 geen aanvullende eisen. We hebben een verantwoordingsdocument opgesteld waarin we de keuze voor de indicatoren en de normering toelichten. Periodiek monitoren we de meest actuele data. Mogelijk voldoen ziekenhuizen dan niet langer aan onze kwaliteitsvoorwaarden. Dan contracteren we hen niet langer voor deze zorg. Als dit het geval is, stellen wij het ziekenhuis hiervan uiterlijk op 1 juli 2023 op de hoogte. 

2.2.4 Intramurale farmacie

De add-on geneesmiddelen en stollingsfactoren binnen het medisch specialistische domein beschouwen we als een integraal onderdeel van het financiële kader voor MSZ. Voor deze dure geneesmiddelen verwachten we ook de komende jaren een sterke groei.

Zorgaanbieders binnen de medisch specialistische zorg spelen een belangrijke rol bij het betaalbaar en toegankelijk houden van geneesmiddelen. Binnen het zorginkoopbeleid voor 2024 hanteren we hierbij 5 speerpunten:

  • de best mogelijke zorg Verantwoord en Dichtbij;

  • een doelmatige uitgifte en inzet, waarbij samenwerkingen worden gestimuleerd;

  • toegang tot add-on geneesmiddelen en stollingsfactoren;

  • nacalculatie op basis van shared risk tegen reële tarieven;

  • landelijke samenwerkingen.

2.2.4.1 De best mogelijke zorg Verantwoord en Dichtbij

We willen onze verzekerden de best mogelijke behandelopties en uitkomsten kunnen garanderen. Ons uitgangspunt is: dichtbij als het kan, geconcentreerd als dat nodig is. Daarom maken we keuzes om bepaalde geneesmiddelen bij een bepaalde behandeling wel of niet in te kopen. Daarvoor baseren we ons onder meer op de adviezen vanuit het Zorginstituut, de CieBAG en de wetenschappelijke verenigingen. Verder moet bij het voorschrijven van geneesmiddelen adequate medisch specialistische expertise aanwezig zijn voor een optimale behandeling.

2.2.4.2 Doelmatige uitgifte en inzet, waarbij samenwerkingen worden gestimuleerd

De zorgaanbieder voert een doelmatig beleid bij het inkopen én voorschrijven van geneesmiddelen. Daarbij houdt hij rekening met de kwaliteit en de betaalbaarheid binnen het medisch specialistische domein en daarbuiten. Graag gaan we met de zorgaanbieder in gesprek over dit beleid. Wij verwachten een actieve bijdrage rondom:

  • de inzet van goedkopere behandelvarianten (zoals generieke middelen);

  • spillagereductie;

  • de acceptatie van biosimilars;

  • dosisoptimalisatie/hybride dosering;

  • het (versneld) implementeren van (nieuwe) doelmatigheidsinterventies;

  • Samen Beslissen (rekening houdend met de uitkomsten, complicaties, patiëntvoorkeuren en behandelkosten).

2.2.4.3 Toegang tot add-on geneesmiddelen en stollingsfactoren

We vinden het belangrijk dat geneesmiddelenfabrikanten nieuwe effectieve en veilige geneesmiddelen blijven ontwikkelen en deze in Nederland op de markt brengen. Hierdoor houden onze verzekerden toegang tot de best mogelijke behandeling. De toegang tot geneesmiddelen staat echter onder druk door de enorm oplopende zorgkosten. CZ groep blijft zich inzetten om samen met andere partijen naar constructieve en houdbare bekostigingsmodellen te zoeken.

2.2.4.4 Nacalculatie op basis van shared risk tegen reële tarieven

CZ groep ziet de kosten van dure geneesmiddelen als een onderdeel van het financiële kader voor MSZ. Daarom introduceren we verdere effectieve prikkels in de contractering. Daarbij vinden we het niet passend om contractafspraken te maken waarin wij het volledige volumerisico dragen. We zetten ons dan ook in om nacalculatieafspraken te maken volgens het principe ‘shared risk en shared responsibility’. Daarmee willen we partijen blijven uitdagen om continu efficiënt en doelmatig te handelen bij het inkopen en voorschrijven van geneesmiddelen.

In 2024 hanteren we een referentieprijslijst. Voor een deel van de geneesmiddelen gelden vaste referentieprijzen, waarbij geen afrekening plaatsvindt op inkooptarieven. Daarnaast passen we linear pricing toe om irreële kosten te voorkomen. Hierbij gaan we uit van de laagste prijs per eenheid. De referentieprijslijst 2024 en de bijbehorende afrekensystematiek hanteren we als uitgangspunt om voor nacalculatie in aanmerking te komen.

Uiterlijk in oktober 2023 delen we deze referentieprijslijst met de zorgaanbieders. Door vóóraf gezamenlijk het verwachte volume overeen te komen, in combinatie met onze referentietarieven, ontstaat een gefundeerd uitgavenbedrag voor dure geneesmiddelen.

2.2.4.5 Landelijke samenwerkingen

CZ groep neemt deel aan de gezamenlijke inkoop van geneesmiddelen via ZN. Deze inkoop is in lijn met de leidraad van de ACM. Daarnaast bevorderen we de doelmatige inzet van geneesmiddelen en de kwaliteit van de geneesmiddelenzorg via Stichting Treatmeds. Deze stichting richt zich, via volumereductie en alternatieven met lagere prijzen, op een verbetering van de doelmatigheid en kwaliteit binnen de geneesmiddelenzorg.

2.2.5 ELD

De afgelopen jaren hebben we een specifiek zorginkoopbeleid gehanteerd voor de eerstelijnsdiagnostiek. Deze lijn zetten we in 2024 voort. Voor de eerstelijns functieonderzoeken, pathologische onderzoeken, beeldvormende diagnostiek en nucleair-geneeskundige onderzoeken beoordelen we offertes aan de hand van onze maximumtarieven. De lijst met deze maximumtarieven publiceren wij uiterlijk op 1 juni 2023. In 2022 hebben we de aanbieders van eerstelijns laboratoriumonderzoeken voor klinische chemie en medische microbiologie (KCL MMB) de mogelijkheid geboden voor een meerjarenafspraak voor de periode 2022-2024. Van deze mogelijkheid is royaal gebruikgemaakt. Hiermee heeft CZ groep voor (2023 en) 2024 al een landelijk dekkend zorgaanbod gecontracteerd. Meer informatie over de inkoop van eerstelijnsdiagnostiek vindt u in het zorginkoopbeleid Eerstelijnsdiagnostiek.

2.2.6 Revalidatiezorg, trombosediensten, audiologische centra en ambulancezorg

2.2.6.1 Revalidatiezorg

Het IZA, waaronder de medisch specialistische revalidatiezorg valt, benadrukt dat de zorg moet veranderen om ook in de toekomst toegankelijk, betaalbaar en kwalitatief goed te blijven. Dit biedt ook voor de revalidatiesector nieuwe mogelijkheden voor meer passende zorg, meer digitalisering en een betere afstemming met andere partners in de regionale zorgketen.

CZ groep koopt zorg in die van toegevoegde waarde is voor de patiënt en die voldoet aan de stand van de wetenschap en praktijk. Deze zorg moet ook voldoen aan de randvoorwaarden uit het algemene beroepskader voor de revalidatiezorg, de actuele behandelkaders en de zorgstandaarden voor de specifieke doelgroepen. Zorginstituut Nederland bereidt een nieuw standpunt voor dat moet leiden tot een duidelijkere indicatiestelling voor de medisch specialistische revalidatiezorg (MSRZ). Mocht deze herziening beleidsmatige of juridische consequenties hebben, dan informeren wij u hierover en bespreken we dit samen.

In 2020 zijn we samen met enkele zorgaanbieders gestart met de pilot Multidisciplinaire Eerstelijns Revalidatiezorg (MER) voor patiënten met chronische pijn. Zo wilden we meer patiënten, dichter bij huis, efficiënter en goedkoper behandelen. Bij goede resultaten goed rollen we deze pilot verder uit.

Met ingang van 2024 wijzigt de NZa-regelgeving voor de Complex Chronische Longaandoeningen (CCL). De NZa besluit naar verwachting in het tweede kwartaal van 2023 over de criteria voor afbakening en verantwoording. Wij volgen deze ontwikkelingen op de voet en informeren u zodra blijkt dat er gevolgen zijn voor de zorginkoopafspraken voor 2024.

2.2.6.2 Trombosediensten

De trombosediensten zitten momenteel in een fundamentele transitie. De toenemende inzet van nieuwe me-dicatie (DOAC’s) als behandelmethode vraagt om een andere positie van de trombosedienst binnen de keten. Daar kunnen ze langs verschillende wegen komen. De afgelopen jaren hebben we gezien dat veel zelfstandi-ge trombosediensten gekozen hebben voor een bovenregionale opschaling met één of meer trombosedien-sten of huisartsenlaboratoria, óf dat de regionale dienstverlening is voortgezet onder de vlag van een zieken-huis. CZ groep vindt deze ontwikkeling cruciaal om de dienstverlening van de trombosediensten toekomstbe-stendig te houden. We houden de ontwikkelingen nauwlettend in de gaten. Daarbij sturen we actief op initia-tieven voor mogelijke transities, waarbij de continuïteit, betaalbaarheid en kwaliteit van de zorg vooropstaan. Daarnaast is gebleken dat de kosten voor trombosezorg sterk uiteenlopen. We willen deze kosten beheersen en onverklaarbare prijsverschillen verkleinen.

2.2.6.3 Audiologische centra

Steeds meer mensen krijgen te maken met gehoorproblemen. Om de vraag binnen de landelijke groeikaders op te kunnen vangen, wordt een doelmatige regionale inbedding van de audiologische zorg steeds belangrijker. Bij de zorginkoop besteden we dan ook nadrukkelijk aandacht aan de onderlinge verschillen tussen aanbieders op basis van relevante benchmarkgegevens. CZ groep stuurt op substitutie naar de audicien, waarbij de meest actuele veldnorm in deze sector het uitgangspunt is. Het audiologisch centrum richt zich op de complexe(re), multidisciplinaire audiologische zorgvraag, die past binnen de aanspraak van de medisch specialistische zorg. De zorg die audiologische centra verlenen, moet voldoen aan de algemene beroeps- en behandelkaders voor de audiologische zorg en de richtlijnen van de Federatie van Nederlandse Audiologische Centra (FENAC).

2.2.6.4 Ambulancezorg

De zorg voor patiënten die zijn aangewezen op medisch geïndiceerd liggend ambulancevervoer, wordt in representatie ingekocht bij de 25 Regionale Ambulancevoorzieningen (RAV’s). Wij monitoren hun prestaties nauwgezet en bespreken de resultaten periodiek in het Lokaal Overleg. Met alle RAV’s waarbij wij de representerende verzekeraar zijn en die niet voldoen aan de norm ‘95% A1-vervoer binnen 15 minuten’ hebben we verbeterafspraken gemaakt en een tijdpad afgesproken om de prestaties op het gewenste niveau te brengen. Zo nodig maken we nieuwe verbeterafspraken.

2.2.7 Zintuiglijk gehandicapten

CZ groep koopt voor zintuiglijk gehandicapten zorg in die toegankelijk, effectief en doelmatig is. Deze zogeheten ZG-zorg wordt zo dicht mogelijk bij de verzekerden geleverd, waarbij zo veel mogelijk gebruik wordt gemaakt van digitale zorgtoepassingen. Enkele jaren terug is een nieuwe bekostigingsstructuur geïntroduceerd. Door de productieverstoringen door covid zijn daar helaas nog geen nieuwe inzichten uit voortgekomen. In 2024 monitoren we dan ook de (financiële) effecten van de nieuwe structuur en zijn deze inzichten onderdeel van onze gesprekken. Graag vernemen we de inzichten en aanwijzingen uit het veld. De contractvorm van een maximum zorgomzet in combinatie met een jaarcontract zetten we ook voor 2024 voort.

2.2.8 Buitenland

CZ groep sluit al jaren contracten met ziekenhuizen in de grensregio’s met België en Duitsland.

België

In België worden de overeenkomsten gesloten tussen 3 partijen. Naast CZ groep en het ziekenhuis is de Christelijke Mutualiteit de derde contractpartij. Hiermee zijn de Belgische tariefs- en kwaliteitsafspraken geborgd. Door afspraken te maken over de maximale zorgomzet zorgen we ervoor dat het in Nederland afgesproken bestuurlijk hoofdlijnenakkoord niet leidt tot een weglekeffect naar het buitenland. Verder maken we net als in Nederland bij specifieke aandoeningen waardegedreven zorgafspraken. Ook gelden dezelfde normen voor de zorg waarvoor de Nederlandse wetenschappelijke beroepsverenigingen van medisch specialisten minimale volume- en kwaliteitsnormen hebben vastgesteld (zie paragraaf 2.2.3.3).

Het streven is om via gedifferentieerde contractering van de Belgische ziekenhuizen verder onderscheid te maken tussen strategische¹ en operationele² ziekenhuizen. Onze zorgplicht is hét criterium om een ziekenhuis aan te merken als strategisch of operationeel. Als we het contract in 2024 niet willen voortzetten, voeren we vóór 1 september 2023 het gesprek hierover met het betreffende ziekenhuis. Ook de eventuele contractering van nieuwe, nu niet-gecontracteerde Belgische ziekenhuizen bekijken we vanuit het aspect van de zorgplicht.

¹ Een strategisch ziekenhuis is vanuit bepaalde functies onmisbaar voor de vervulling van de zorgplicht van CZ groep. ² Een operationeel ziekenhuis is niet onmisbaar vanuit het oogpunt van de zorgplicht en/of de schadelast is klein.

Duitsland

In Duitsland liften we mee op de contracten die de AOK Hamburg-Rheinland met de ziekenhuizen en vrijgevestigde medisch specialisten heeft gesloten. Via hun internationale zorgpas kunnen verzekerden van CZ groep gebruikmaken van de ziekenhuiszorg in de Duitse grensregio.

Deel deze pagina: