2.2.2 Toegankelijkheid van zorg
Als ouderen langer zelfstandig thuis blijven wonen, dan kan dat bijdragen aan hun kwaliteit van leven én de druk op de zorg verlagen. CZ groep steunt deze denklijn van harte en benadrukt die ook in zijn zorginkoopbeleid. Ook wij denken dat dit bijdraagt aan patiëntgerichte zorgverlening. Wel vinden wij het belangrijk dat de zorgverlening thuis verantwoord is. In kwaliteit (thuis is veilig en goed), in kosten (thuis is niet véél duurder) én in toegankelijkheid (individuele zorgverlening kost niet veel meer zorgverleners). Dat stelt onder meer eisen aan de zorg die naar huis wordt verplaatst. Het is daarom belangrijk dat partijen afspraken maken over situaties waarin zorg die naar huis is verplaatst toch beter niet (meer) thuis kan worden verleend. We hebben een toetsingskader ontwikkeld waarmee we projectaanvragen beoordelen van zorgaanbieders die zorg van de tweede naar de eerste lijn willen verplaatsen. Dit kader hebben we gepubliceerd op onze website.
Toegankelijke zorg is vaak een samenspel van regionale factoren. Is de doorstroming bijvoorbeeld op orde? Worden er wel genoeg nieuwe zorgverleners opgeleid en stages aangeboden? Het IZA kijkt naar de regio om hierover afspraken te maken. Daarbij vraagt het IZA ook aandacht voor het feit dat de vergrijzing tot meer zorgvragen leidt en dat waarschijnlijk minder mensen de zorg moeten leveren. Er is dus ook een omslag nodig in de manier waarop de zorg wordt verleend. Denk daarbij aan arbeidsbesparende maatregelen, zoals een oogdruppelbril en digitale technologieën. Wij verwachten van onze contractpartners dat zij bijdragen aan de afspraken die wij regionaal maken rondom (onder meer) toegankelijkheid.
Iemands levensbeschouwelijke overtuiging, culturele achtergrond of godsdienstige gezindheid kan van invloed zijn op de manier waarop hij in contact wil staan met zorgverleners of zorg af wil nemen. CZ groep vindt het belangrijk dat de zorgaanbieder daar bij de invulling van de zorgvraag zo veel mogelijk rekening mee houdt.
2.2.2.1 Versnippering
De afgelopen jaren zien we op regionaal niveau steeds meer versnippering van het zorgaanbod ontstaan. Ook voor de wijkverpleging zien wij een toename van het aantal zorgaanbieders dat gelijktijdig zorg aan een cliënt levert en het aantal zorgaanbieders dat zorg levert in een wijk. Deze versnippering bemoeilijkt de samenwerking en het kunnen bieden van herkenbare en aanspreekbare wijkverpleging. Daarmee leidt het tot een suboptimale zorginzet en belemmert het de transformatie naar passende, toegankelijke en toekomstbestendige wijkverpleegkundige zorg. Om deze versnippering conform de IZA-transformatieagenda tegen te gaan, gaan we in onze kernwerkgebieden[1] voorwaarden stellen aan het minimum aantal CZ-cliënten dat gemiddeld per 4-cijferig postcodegebied in zorg is. Omdat wij begrijpen dat zorgaanbieders tijd nodig hebben om hun bedrijfsmodel hierop aan te passen, werken we via een ingroeimodel dat voor bestaande zorgaanbieders vanaf 2026 van toepassing wordt. Dat ziet er als volgt uit:
Jaar |
Bestaande zorgaanbieders kernwerkgebied |
Nieuwe zorgaanbieders kernwerkgebied |
2025 |
Geen inkoopvoorwaarde |
Per 4-cijferig postcodegebied levert de zorgaanbieder gemiddeld aan ten minste 2 CZ-cliënten zorg |
2026 |
Per 4-cijferig postcodegebied levert de zorgaanbieder gemiddeld aan ten minste 2 CZ-cliënten zorg |
Per 4-cijferig postcodegebied levert de zorgaanbieder gemiddeld aan ten minste 3 CZ-cliënten zorg |
2027 |
Per 4-cijferig postcodegebied levert de zorgaanbieder gemiddeld aan ten minste 3 CZ-cliënten zorg |
Per 4-cijferig postcodegebied levert de zorgaanbieder gemiddeld aan ten minste 3 CZ-cliënten zorg |
We berekenen deze verhouding door het aantal cliënten te delen door het aantal 4-cijferige postcodegebieden. Een rekenvoorbeeld: u heeft binnen één 4-cijferig postcodegebied 4 CZ-cliënten in zorg, binnen een ander postcodegebied 1 CZ-cliënt en binnen een derde postcodegebied 2 CZ-cliënten. Dan heeft u in totaal 7 cliënten in zorg, verdeeld over 3 postcodegebieden. Daarmee levert u gemiddeld aan 7 ÷ 3 = 2,33 cliënten per postcodegebied zorg en voldoet u als nieuwe zorgaanbieder in ons kernwerkgebied aan de voorwaarden voor een overeenkomst 2025. Ook een bestaande zorgaanbieder voldoet hiermee aan de voorwaarden voor een overeenkomst voor 2026.
Een bestaande zorgaanbieder die in 2026 niet aan deze voorwaarde voldoet, kan niet (langer) in aanmerking komen voor een overeenkomst, tenzij CZ groep gegronde redenen heeft om hiervan af te wijken. Zo kunnen we een aangepaste overeenkomst verstrekken als we op een andere manier onze zorgplicht niet kunnen vervullen. De enige uitzondering op deze voorwaarde betreft (medische) kindzorg.
2.2.2.2 Zorgplicht
Als zorgverzekeraar hebben wij een zorgplicht: we moeten zorgen voor tijdige, kwalitatief goede en passende zorg voor individuele verzekerden. Daarom kopen we voldoende zorg in en sturen we op een gepast gebruik van zorg via arbeidsbesparende maatregelen in de wijkverpleging, digitalisering en de inzet van hulpmiddelen. De zorgaanbieder spreidt het overeengekomen omzetvolume zo gelijkmatig mogelijk over het jaar. Daarbij houdt de zorgaanbieder rekening met seizoensinvloeden en de continuïteit van zorg.
Een verzekerde die al zorg ontvangt, heeft recht op continuïteit van die zorg, ook als de zorgaanbieder het omzetplafond heeft bereikt of als de zorgvraag verandert. Dit betekent onder andere dat de zorgaanbieder borgt dat de verzekerde, bijvoorbeeld na een tijdelijke ziekenhuisopname, de zorg weer thuis kan ontvangen, ook als de zorgvraag (al dan niet tijdelijk) is verzwaard. Als de zorgvraag zodanig verandert dat de zorgaanbieder de zorg inhoudelijk niet meer verantwoord kan leveren, moet die zorgaanbieder een andere geschikte en gecontracteerde zorgaanbieder vinden. Tot die tijd mag de zorg niet worden stopgezet. In bijzondere en onvoorziene omstandigheden is CZ groep bereid om te bespreken of de afspraken onredelijk uitpakken voor een van de partijen. Daarbij moet een zorgaanbieder aantonen dat er een causaal verband is tussen een hogere omzet en een toename van de kosten voor bepaalde cliënten. Ook moet hij duidelijk maken of er sprake is van een verplaatsing van cliënten in de regio.
Als de zorgaanbieder voor een nieuwe cliënt geen zorg kan leveren binnen de Treeknorm, moet hij een passende oplossing voor deze verzekerde zoeken. Als dat niet lukt, moet hij contact opnemen met het CZ Zorgteam. De huidige arbeidsmarktproblematiek vraagt om meer afstemming met de zorgaanbieders over de tijdigheidsnormen waarbinnen cliënten geplaatst of doorbemiddeld worden. Bij afwijkingen of oplopende wachttijden boven de tijdigheidsnorm verwachten wij dat zorgaanbieders dit bij CZ groep melden.
2.2.2.3 Zorgcoördinatie
Zorgcoördinatie ondersteunt patiënten en zorgverleners om passende zorg te vinden bij een acute zorgvraag. Dit kan bijvoorbeeld gaan om de inzet van de huisartsenpost, ambulancezorg of ongeplande nachtzorg. Ook kan zorgcoördinatie helpen om de urgentie van de (acute) zorgvraag af te schalen (triage) en om vervolgzorg voor een patiënt te vinden, zoals een bed voor eerstelijnsverblijf. Zorgcoördinatie kan bijdragen aan de toegankelijkheid en kwaliteit van de acute zorg in Nederland door deze regionaal en in samenwerking met meerdere zorgaanbieders te organiseren. Voor patiënten blijft de toegang tot acute zorg overzichtelijk, want de zorgcoördinatie komt samen in 1 (virtueel) loket.
In het IZA is afgesproken om te streven naar een landelijk dekkende inkoop van zorgcoördinatie vanaf 1 januari 2025. Landelijke partijen werken hiervoor samen aan een implementatieplan. We verwachten dat u hier als zorgaanbieder aan meewerkt. Het ROAZ voert de regionale uitwerking van de zorgcoördinatie uit. Zorgverzekeraars volgen deze ontwikkelingen en publiceren waar nodig aanvullend beleid.
Onplanbare nachtzorg en zorgcoördinatievoorzieningen
Onplanbare nachtzorg heeft veel raakvlakken met zorgcoördinatie en overlapt deels in de organisatie ervan. Daarom is het belangrijk dat zorgaanbieders die onplanbare nachtzorg organiseren, goed afstemmen met de regionale zorgcoördinatievoorziening. We streven ernaar dat vanaf 2026 iedere regionale zorgcoördinatievoorziening de regionaal georganiseerde onplanbare nachtzorg weet te vinden voor zorgvragen ’s nachts, en werkafspraken heeft gemaakt over hoe op andere tijdstippen wijkverpleging kan worden ingezet.
- 1Dit betreft de zorgkantoorregio’s: Haaglanden, Midden-Brabant, Nijmegen, Noordoost-Brabant, Noord- en Midden-Limburg, Zuidoost-Brabant, West-Brabant, Zeeland, Zuid-Hollandse Eilanden en Zuid-Limburg.